vrijdag 4 september 2009

EEN AANTAL VOORDELEN
door Hanneke Hemmes

Over 'Leden van de compositie', aantal bezoekers tot begin september: 1500.

Het maken van tentoonstellingen door in dit geval twee tentoonstellingmakers heeft volgens mij een aantal voordelen.

1. Er wordt een keuze gemaakt uit het werk van kunstenaars. Een keuze die ze misschien zelf niet zouden maken. Daardoor is er plotseling een andere kant van de kunstenaar te zien. Voorbeeld: Jan Mostert. Naast zijn werkzaamheden aan de bouw heeft Jan tijdens deze tentoonstelling een geheimzinnig kastje laten zien. A Penny for your Thoughts. Een interactief kunstwerkje.

2. Doordat er op veel tijdstippen mensen aan het werk waren op locatie Roodbol zijn er contacten gelegd met geïnteresseerden die voorbij kwamen. Daar bleken ook jonge, voor ons onbekende kunstenaars bij te zitten. Voorbeeld: Wim Dijkman. Wim woont vlak om de hoek en heeft nu voor het eerst kennis gemaakt met de Goudse kunstwereld. Dat heeft direct een interessant geluidskunstwerk opgeleverd. Uit oude versterkers laat Wim het restgebrom horen, de installaties die hij bouwt zijn kunstwerken op zich.

3. Door een open houding ten opzichte van de ledenlijst van de Firma van Drie was er ook gelegenheid om via via kunstenaars hun werk te laten tonen, kunstenaars van ver buiten de regio. Voorbeeld: via Wim zijn we in contact gekomen met Lorna Buckley die net afgestudeerd is aan de Willem de Kooning academie. Zij heeft een installatie gebouwd van isolatiematerialen. Op vrijdagavond heeft ze een presentatie gegeven van ander werk van haar.

4. De tentoonstelling van leden van de compositie was bedoeld voor alle leden, ook de niet-kunstenaars. Dat heeft verrassend werk opgeleverd. Voorbeeld: de koffers van Lies Tredgett met daarin haar levensgeschiedenis en hoe die samenvalt met de tijd. De ideeënverkoop van Bud Oostrom. Wim de Bruijne kwam met teksten over Bildung, de eigen ontwikkeling van de kunstenaar buiten de academie om. Ruud van der Leest liet ons genieten van een film over de Blauwe Tram uit de vijftiger jaren en een animatiefilm door hem gemaakt, getoond op een vrijdagavond.

5. Het ruimtegebruik. Voor de tentoonstelling is niet alleen de ruimte in Roodbol gebruikt maar ook de buitengevel met werk van Pim Leefsma en Guus Muller. Er was een 'stadscamping' tegen de kerk. Krijttekeningen sierden de straat. Ook de toiletruimte deed mee als expositieruimte.

6. Nieuwe media. Elk bezoek en elk gesprek en elke deeltentoonstelling is gedocumenteerd. Doordat we gebruik konden maken van de monitors van het museum konden we veel van wat er gedurende de week gebeurde laten zien. Ook toonden we video's van kunstenaars.

7. Iedere vrijdagavond was er een avondprogramma. Er werden lezingen gehouden, een film vertoond, er werd professioneel gemusiceerd, er was een open podium, we zagen optredens van jonge kunstenaars. De vrijdagavonden zijn over het algemeen druk bezocht. Op deze manier heeft Roodbol ok een sociëteitsfunctie gekregen.

8. Er is geprobeerd om van Roodbol een bewoonde ruimte te maken. De spotlampjes zijn vervangen door lichtobjecten van Reijer Janzweert en Marc van Amelsvoort. Ook is er tijdens de vrijdagavonden gebruikgemaakt van de bar.

9. Van de tentoonstelling is vanaf het begin een weblog bijgehouden waarop alle tentoonstellingen en avondprogramma's te zien zijn. Op die manier konden alle leden en geÏnteresseerden zich op de hoogte houden. Iedere week is een nieuwsbrief van de Firma verstuurd met daarop het komende programma.



LEDEN VAN DE COMPOSITIE
enkele opmerkingen door Henri Boere

Vaak is gevraagd naar onze werkwijze, onze manier van werken. In de loop van de tentoonstelling hebben we daar op verschillende manieren op geantwoord. We hebben de intuïtieve aanpak om tentoonstellingen op te bouwen en te veranderen nooit willen certificeren. Onze persoonlijke aanpak moet daarmee niet als een onmisbare factor worden opgevat, ook andere tentoonstellingmakers kunnen na ons hun eigen manier van werken en inrichten ontwikkelen.

Wat 'Leden van de compositie' heeft gedaan is een schakel inbouwen tussen de kunstenaars en de tentoonstellingen. Niet de kunstenaar zelf richt de tentoonstelling in, maar twee tentoonstellingmakers, ondersteund door een huishoudelijke dienst, zijn verantwoordelijk. Daarnaast heeft 'Leden van de compositie' activiteiten op de vrijdagavonden georganiseerd. Daarmee zijn de vrijdagavonden onderdeel geworden van de tentoonstellingen.

Naar ons idee is zeker mogelijk in de toekomst door te gaan met het organiseren van tentoonstellingen, die vanaf de werkvloer door tentoonstellingmakers worden samengesteld en ingericht. Wisselende paren, steeds ondersteund door een huishoudelijke dienst kunnen voor bepaalde perioden verantwoordelijk zijn voor de activiteiten. De vraagstelling moet in ieder geval vanuit de tentoonstellingsmakers komen.

Het werk van de tentoonstellingscommissie en de podiumcommissie komen hiermee min of meer te vervallen. Verzoeken van firmanten om te exposeren, of op te treden, komen altijd terecht bij de dienstdoende tentoonstellingmakers en hun huishoudelijke dienst. Zij beslissen of iets in een tentoonstelling wordt opgenomen, of dat naar een later tijdstip moet worden uitgekeken.

De bewoning van de werkvloer, en het verwijderen van iedere vorm van ambtelijkheid in de aanloop naar tentoonstellen, garandeert de dynamiek die noodzakelijk is voor een interessant podium voor (beeldende) kunst. Wanneer een kunstenaar met een vitaal idee komt kan hij/zij geen half jaar op een lijst worden gezet. Tegen die tijd is het idee en de wil om het uit te voeren vervlogen, uitgedroogd.

Hoewel onze periode nog niet voorbij is kunnen we nu toch al wel concluderen dat we niet alle firmanten hebben kunnen overhalen om aan 'Leden van de compositie' deel te nemen. Diverse oorzaken gelden. We hebben niet altijd de juiste vraag kunnen bedenken om een firmant te benaderen. In de zomerperiode hebben ook de vakanties en de onbereikbaarheid van mensen een rol gespeeld. Toch zijn we er van overtuigd dat nagenoeg iedere firmant op één of andere manier zijn of haar plaats kan vinden in het concept. Op enig moment in de tijd is er voor iedere firmant een aanleiding te vinden om deel te nemen, en dieper in de firma te treden.

Voor de toekomst lijkt het ons van belang dat we met deze bijzondere manier van werken doorgaan. We verhogen de kwaliteit van ons podium en van de firmanten. De betrokkenheid bij het initiatief is gebaat bij firmanten die zich opstellen als tentoonstellingmakers. De betrokkenheid van de exposerende kunstenaars wordt verhoogd door de vraagstellende attitude van het podium.